Home
Home

Zoek een persoon
Personen

Zoek een schip
Schepen

Overzichten

Contact

Bronnen

Maten

Retour
Het schip
Vlaardingen (1855)
Souburg (1861)
 
Meer informatie over dit schip
Ingezonden Stukken.
Mijnheer de redacteur.
De wenschelijkheid van eene herziening van het wetboek van koophandel, waarover onlangs iets in een uwer nommers voorkwam, is, wat de hoofdstukken van den schipper en scleepsofficieren en scheepsgezellen aangaat, bij eene onlangs plaats gehad hebbende zeeramp weder ten duidelijkste gebleken. De equipage van het barkschip Souburg werd in het laatst van Januarij van dit jaar met moeite gered nabij het Eng. kanaal door een Amerikaansch schip, naar Le Havre bestemd; de Souburg was bij het verlaten in zinkenden Staat; drie dagen te voren had men met vreesselijk stormweder de verschansing, kombuis en alle booten verloren; zes man werden daarbij, waarvan sommigen zeer ernstig, gekwetst, terwijl de bootsman door eene zee wegsloeg en verdronk. Het schip werd bovendien zóó lek, dat ondanks alle inspanning aan de pompen het water bleef wassen, zoodat zonder die toevallige hulp allen hunnen dood in de golven zouden gevonden hebben.
Bij aankomst in het vaderland van Havre paste de reeder, de heer F. H. Van Lindern, bij de afbetaling art. 418 van het wetboek van koophandel toe, zoodat dus de equipage, dewijl er niets van schip en lading is gered kunnen worden, nu voor de zes maanden, die de te huis reis vol gevaren en ontberingen geduurd heeft, geene gagie hoegenaamd heeft gekregen, waardoor verscheidene, en wel voornamelijk de gehuwden, zonder geld en met verlies van al hunne kleeren huiswaarts keerden.
Mij dunkt, dat het onmogelijk in de bedoeling van den wetgever kan gelegen zijn om in zulke gevallen geen gagie hoegenaamd toe te kennen; bovendien kan de reeder volgens de wet schip en vracht verzekeren, terwijl dezelfde wet verzekeringen verbiedt op de gagien van scheepsofficieren en scheepsgezellen.
Eene verandering van art. 418 zoude dus, met het oog op dergelijke gevallen, hoogst wenschelijk zijn. Voor die ongelukkige zeelieden heeft, naar wij vernomen hebben, met vrij gunstig gevolg eene lijst gecirculeerd, waardoor zij ten minste in staat gesteld zijn, zich voor eene nieuwe reis te kunnen uitrusten of voorloopig in hunne behoefte te voorzien.
Nieuwe Rotterdamsche Courant, 07-03-1868