Home
Home

Zoek een persoon
Personen

Zoek een schip
Schepen

Overzichten

Contact

Bronnen

Maten

Retour
Het schip
Jan van Brakel (1850)
Helena (1862)
Kijkduin (1882)
 
Meer informatie over dit schip
Rotterdam, 11 Sept.
Gisteren is op de werf van den scheepsbouwmeester P. Bakhuyzen, te Capelle Aan de IJssel, de kiel gelegd van een Barkschip, genaamd Jan van Brakel, groot 270 a 280 lasten, voor rekening eener reederij, onder boekhouderschap der Heeren Pistorius en Bicker Caarten, alhier, gevoerd zullende worden door kapt. A. J. Delclisur en bestemd voor de vaart op Oost-Indie. Zijnde dit het eerste schip, dat op die werf zal gebouwd worden.
Algemeen Handelsblad, 13-09-1849

Den 22sten dezer is met het beste gevolg op de scheepstimmerwerf van P. Bakhuijzen te Capelle Aan de IJssel van stapel geloopen hei barkschip Jan van Brakel, groot circa 280 lasten, gebouwd voor eene reederij onder directie van de heeren Pistorius en Bicker Caarten en gevoerd zullende worden door kapt A. J. Delclisur; zijnde dit schip het eerste hetwelk op die werf gebouwd is.
Nieuwe Rotterdamsche Courant, 25-06-1850

New York , 5 Februarij.
Het schip Jan van Brakel, kapt Delclisur, van Rotterdam alhier aangekomen, heeft op de reis veel stormen doorgestaan en daardoor zeilen verloren en meer andere schade bekomen.
Opregte Haarlemsche Courant, 25-02-1853

Rotterdam 8 Jan.
Van een geachte zijde ontvangen wij het volgende extract uit een brief van kapt. J. L. van Waning, gezagvoerder van het barkschip Jan van Brakel, den 10 October te Batavia aangekomen, hetgeen wij gaarne, om het algemeen belang plaatsen.
Batavia 10 November 1856. » Ter reede heeft hier aan boord een voorval plaats gehad, hetwelk de noodlottigste gevolgen had na zich kunnen slepen. Op zekeren middag onder etenstijd rook de 2de stuurman brandlucht; hierop in het tusschendek springende, zag hij dadelijk dat er eene kist in brand stond. Onmiddelijk het volk aan dek sturende, heeft hij dadelijk de kist, die gelukkig niet groot was, in een strop geslagen, op laten hijschen en buiten boord onder water gevierd en zoo den geheelen dag laten hangen. »
Nu had dit vier weken vroeger moeten gebeuren, dan had zonder twijfel het schip in brand gevlogen, want op den oceaan was wel geen redding denkbaar geweest. De kist toch stond op zee in het ruim verstuwd en was, door het uitzoeken der lading, in het tusschendek gekomen; dus had het schip uitgebrand , eer er bijkomen mogelijk was. De kist was gemerkt J. V. No. 22, en op het cognossement staat koopmanschappen; het bleek echter te zijn zwavelzuur, hetwelk van zelf is ontvlamd De afzenders te Rotterdam zijn Horn en van Vollenhoven, de ontvangers te Surabaya Cores de Vries. »
De 2de stuurman heeft bij deze gelegenheid zich zeer goed gedragen, want de 1ste stuurman was aan wal en er is in het journaal behoorlijk proces-verbaal van aangeteekend."
Nieuwe Rotterdamsche Courant, 10-01-1857

Sint Helena, 11 Maart.
Het alhier gepasseerde Nederlandsche sohip Jan van Brakel, kapt. Delclisur [N.B.: van Waning], van Java naar Rotterdam bestemd, heeft zeilen verloren en een gedeelte der lading over boord geworpen.
Nieuwe Rotterdamsche Courant, 26-04-1857

Plymouth, 10 Oct.
Het schip Jan van Brakel, kapit. Verheij, van Newport (Wales) naar Ceylon, is alhier lek binnengeloopen.
Groninger Courant, 16-10-1857

Het achlp Jan van Brakel, kapit. C. Verhey. van Newport naar Ceylon, te PLYMOUTH binnen, heeft den 7 februarij na volbragte reparatie de reis voortgezet.
Rotterdamsche Courant, 10-02-1858

's Gravenhage, 27 Februarij
Den 26sten Januarij zijn te Plymouth gedeserteerd drie matrozen van het Nederi. barkschip Jan van Brakel, kapt. C. Verhey.
Nieuwe Rotterdamsche Courant, 28-02-1858

Nagasaki 11 Eebr.
Met het Nederlandsche schip Jan van Brakel, kapt. Verheij, 27 Jan. van Batavia gearriveerd, is alhier aangebragt een matroos van de bemanning van het Belgische schip Constant, kapt. Uytenhoven, welke bodem (als vroeger gemeld) op de reis van Sydney naar Manilla verongelukt is.
Volgens het verhaal van deze matroos (Jan Alting) is het schip 12 Junij 1858 op een rots, genaamd Bordelaise, geraakt en aldaar onmiddelijk wrak geworden. De gezagvoerder, diens broeders en nog vijf man (waaronder hij was) verlieten het schip in een der booten en de rest der equipage in een andere.
Zij landden daarmede op verscheidene eilanden, doch werden telkens door de inlanders verdreven van wien zij niets anders als eenig versch water konden bekomen. Op een der eilanden (door de inboorlingen Angol genaamd) bleef hij met nog eenige andere achter, maar de kapitein en de overigen waren bevreesd om aan wal te komen en verlieten hen. Een der inlanders had hen gedurende 2 maanden gevoed en verzorgd. Ja zelfs voor de moordaanslagen zijner stamgenooten beveiligd. Na dien tijd, waren al zijn kameraden op de Amerikaansche walvischvaarder Mary, kapt. Walker, aan boord gegaan, terwijl hij eindelijk door de Jan van Brakel, was opgenomen. Van den kapitein of zijne togtgenooten had hij later niets vernomen.
Bordelaise is een, door gevaarlijke riffen omgeven eiland, van de Carolina Eilanden, in den Stillen Oceaan, gelegen op 7° 38' NB. en 155° 20' OL. De geheele groep eilanden en de nadere die nog in de nabuurschap liggen, worden dikwijls door walvischvaarders bezocht en men mag dus hopen, dat de overige schipbreukelingen ook gered zijn.
Nieuwe Rotterdamsche Courant, 29-04-1859

Hongkong 27 Febr.
Het Nederlandsche schip Jan van Brakel, kapt. Verheij, dat 14 dezer alhier, na eene reis van 35 dagen van Surabaya arriveerde, is op de reis door zware stormen beloopen en heeft daarin een lek bekomen en zeilen verloren. Na ontlossing der lading zal men eerst kunnen beoordeelen, welke reparatie het schip moet ondergaan.
Nieuwe Rotterdamsche Courant, 14-04-1860

Rotterdam 2 Mei.
Volgens particulier berigt uit Hongkong, dd. 14 Maart, was de Jan van Brakel, kapt. Verhey, overkant geweest en de metalen huid in zeer goeden staat bevonden, zoodat het schip slechts van eene nieuwe looze kiel voorzien en onder den schuurgang gecalfaterd moest werden.
Nieuwe Rotterdamsche Courant, 03-05-1860

Batavia, 24 Julij
De commissie tot verbetering der Indische zeekaarten heeft ter kennis van belanghebbenden gebragt:
Door den gezagvoerder Verhey van het Ned. schip Jan van Brakel, is eene branding gezien op 4° 28' NB en 109°51' OL, zich ongeveer ¼ Duitsche mijl Noord en Zuid uitstrekkende.
Nieuwe Rotterdamsche Courant, 14-09-1860