Home
Home

Zoek een persoon
Personen

Zoek een schip
Schepen

Overzichten

Contact

Bronnen

Maten

Retour
Het schip
Damon (1856)
Allegonda Jacoba (1873)
Frisia (1875)
 
Meer informatie over dit schip
LAATSTE TELEGRAMMEN.
Dover, 31 Mei.
De naam van het Duitsche gepantserde schip, hetwelk is gezonken, is “Grosser Kurfürst”; het kwam in botsing met de “König Wilhelm”, die zwaar beschadigd is aan de voorzijde, onder de waterlijn. De “Grosse Kurfürst” zonk vier minuten na de aanvaring. Er waren 400 personen aan boord, waarvan men vreest dat slechts 18 zijn gered. Het weer was schoon en de zee kalm tijdens de aanvaring.
Het Vaderland, 01-06-1878

Het vergaan van de Grosser Kurfürst.
(Particuliere correspondentie.)
De Frisia, het schip, waarvoor de Duitsche oorlogsschepen König Wilhelm en Grosser Kurfürst, de wending maakten, die aanleiding was tot het verschrikkelijk ongeval, is onze Nederlandsche bark (vroeger de Allegonda Jacoba), en behoort aan de reederij, onder de firma Hubert Jans & Co., te Harlingen. De Frisia, in 1855 gebouwd, is naar de nieuwe maat groot 259 ton, en wordt gevoerd door kapitein H.H. Boswijk. Gelijk wij in ons nummer van 15 Juni meldden, was het schip op de thuisreis van Pensacola (een zeehaven in Florida aan de golf van Mexico) naar Harlingen, (van waar het eerstdaags weder naar Zweden vertrekken zal), toen het op Vrijdag 31 Mei, des morgens ten 9 ure, bij Folkstone kruisende was, om de Oost. Kapitein Boswijk bemerkte toen de 3 Duitsche stoomschepen, de König Wilhelm, en de Grosser Kurfürst en een, doch waarvan hij den naam niet wist, maar dat mede de Duitsche vlag voerde. Naar hetgeen kapitein Boswijk slechts van zijn schip getuige van het ongeval - bemerken kon en moest vermoeden, liepen de beide eerste schepen op elkaar, doordien zij te veel voor zijn schip wilden wijken en geschiedde de aanvaring van de Grosser Kurfürst door den König Wilhelm bij het groote want van de Kurfürst. De Wilhelm stoomde onmiddellijk achteruit. Aan boord van de Frisia werd duidelijk het kraken door het tegen elkander stooten der beide schepen gehoord. Onmiddellijk daarna werd op de Frisia gezien, dat de König Wilhelm zwaar beschadigd moest zijn, en voorin veel water maakte, want de voorsteven zonk al dieper en dieper weg. Inmiddels viel de Grosser Kurfürst al meer en meer op zij, zoodat de manschap aan stuurboordszijde op het schip zat. Na korten tijd kantelde het schip geheel om en verzonk in de golven. Van de Frisia zag men met ontzetting de bemanning te water raken. De afstand van de Frisia was te groot om den doodstrijd en de worsteling van de ongelukkigen te kunnen waarnemen, terwijl de wieling van het water, de stoom en het schuim, die het gevolg waren van het zinken van de Grosser Kurfürst, en het plotseling dooven van zijn vuren, juiste waarneming verhinderden. Wel ontdekte men aan boord van de Frisia, dat van de König Wilhelm en het andere Duitsche schip (de Preuszen) de booten werden gestreken, en dat vele visschersbooten zich naar de plaats van het onheil spoedden, om redding te verleenen. Het spoedig zinken van de Grosser Kurfürst deed kapitein Boswijk vermoeden, dat men de luiken had laten openstaan en in de haast niet heeft gesloten. Aan boord van de Frisia verwachtte men het spoedig zinken van de König Wilhelm, waarvan de boeg steeds dieper in het water zakte. De Frisia zeilde daarom op de König Wilhelm aan en vroeg: “Wollen sie assistentie haben?" waarop het antwoord luidde:”Ich danke.” In den tijd, die daardoor verloopen was, waren de te redden slachtoffers opgenomen, en de Frisia vervolgde dus zijn koers. Kapitein Boswijk kan natuurlijk niet zeggen, aan welk der beide schepen de schuld gelegen heeft; de tusschen de drie Duitsche booten gewisselde signalen waren hem onbekend. De Frisia was niet dicht genoeg bij die schepen om de bevelen te kunnen hooren. Volgens zijne opgave geeft de Illustrated London News (nummer van 8 Juni) eene zeer juiste voorstelling van het gebeurde. Nimmer, voegt kapitein Boswijk er bij, ben ik op mijne reizen van zulk een verschrikkelijk tooneel getuige geweest. Wij vestigen de aandacht van belangstellenden op dat nummer van het Engelsche blad. In de goed geteekende illustratiën heeft men niet alleen eene zeer duidelijke verklaring van het voorgevallene en van de positie van de Frisia, vóór en na de aanvaring, maar bovendien eene teekening van den toestand van de König Wilhelm in de eerste oogenblikken na het ongeval en later, toen het schip in het droogdok te Portsmouth (GB) was onderzocht, en de gevolgen van de aanvaring dus met juistheid bekend waren.
Rotterdamsch Nieuwsblad, 18-06-1878

Elseneur, 11 Nov.
De volgende noordwaarts bestemde Ned. schepen liggen hier wegens tegenwind ter reede: ... Frisia, Boswijk ...
Het Vaderland, 15-11-1879

Harlingen, 2 Oct.
Als een voorbeeld van snelle vaart dient gemeld, dat het schip Frisia, kapt. Boswijk, in 27 dagen de reis van hier naar Sundsvall en terug volbracht; de uitreis duurde 9 en de terugreis 10 dagen.
Rotterdamsch Nieuwsblad, 04-10-1882,

Harlingen1 Juli.
Als een buitengewoon voorspoedige reis kan worden vermeld, dat de Nederl. bark Frisia , kapit. Boswijk, de reis van Harlingen naar Sundsvall en terug in 34 dagen heeft volbracht.
Winschoter Courant, 04-07-1883

Swinemünde, 27 Oct,
Het barkschip Frisia, kapt. Boswijk, heeft op 25 dezer door stormweder, 8 Eng. mijlen van Bornholm, de bakboordsverschansingstutten gebroken en is daardoor het schip vol water geloopen. Door het stoomschip Oscar werd de Frisia des ochtends, op de lading drijvende, onder zeil aangetroffen en hier binnengesleept.
Algemeen Handelsblad, 31-10-1887

Swinemünde, 30 Oct.
Het alhier, op de lading drijvend binnengesleepte Nederl. schip Frisia, kapit. Boswijk, is gepompt en bevond men dat de bodem onbeschadigd en heel was gebleven. De reparatiën zullen zich dus bepalen tot de schade boven water beloopen.
Winschoter Courant, 04-11-1887

Nieuwediep (N.H.), 29 Nov.
Het Ned. schip Frisia, kapt. Boswijk, is hier heden met gescheurde zeilen en ingeslagen verschansing van Sundsvall aangekomen.
Rotterdamsch Nieuwsblad, 02-12-1889

Harlingen, 13 Oct.
Volgens alhier ontvangen bericht heeft het schip Frisia, kapt. Boswijk, van Riga naar Harlingen, gedurende den 2n Oct. ll., heerschenden storm een gedeelte der deklast verloren.
Het Vaderland, 15-10-1890

Amsterdam 1 Jan..
Aangaande het Ned. schip Frisia, kapt. H. Boswijk, 20 Oct. ll. van Sundsvall naar Harlingen vertrokken en 4 November Elseneur gepasseerd, heeft men sedert niets vernomen.
Het nieuws van den dag: Kleine Courant, 04-01-1892

Harlingen, 22 Dec.
Ter rectificatie van ons vorig bericht kan dienen, dat aan de in onze haven in winterlaag liggende schepen, behoorende tot onze houtvloot, nog een viertal ontbreken. Aangaande drie dezer bodems is men volkomen gerust gesteld, doch wat de „Frisia" betreft, gevoerd door kapitein H. Boswijk, verkeert men in de grootste ongerustheid en bestaat er nog slechts de geringste hoop, dat van schip of bemanning ooit iets terecht zal komen.
Franeker Courant, 27-12-1891

Volgens bij de reederij te Rotterdam ontvangen bericht, is het thans als zeker aan te nemen, dat het barkschip Frisia, of een gedeelte er van is aangedreven in de provincie Romsdal, in de nabijheid van Trondheim, liggende ongeveer op 63° NBr. en 7° OL. In eene zeemanskist, iets zuidelijker gevonden dan de kiel van het schip, zijn brieven gevonden, welke ontegenzeggelijk aan een der opvarenden van de Frisia behoorden. Het Nederl. barkschip Frisia, kapt. Boswijk, vertrok van Sundsvall met eene lading balken naar Harlingen, en passeerde 4 Nov. ll. Elseneur.
De Avondpost, 04-03-1892