Home
Home

Zoek een persoon
Personen

Zoek een schip
Schepen

Overzichten

Contact

Bronnen

Maten

Retour
Het schip
Meika (1853)
 
Meer informatie over dit schip
Groningen, 28 Junij.
Binnengekomen het schoonerschip Meika, kapt. J. D. Flik, van Veendam, gebouwd bij J. A. Hooites te Hoogezand.
Groninger Courant, 01-07-1853

Genua, 18 Oct.
Gisteren avond is het Ned. kofschip Meike, Flik, van Amsterdam, alhier willende binnenkomen, door zware duisternis op Kaap Faro (Sic) gezeild en totaal verbrijzeld; de lading zal weg zijn en de ekwipage, uitgenomen de kapt., die te lang aan boord was gebleven, ten einde papieren en gelden te bergen, gered. Zoo ook is heden nacht het kofschip Anna Elizabeth, de Jong, van Belfast met kolen en ijzer, naauwelijks in de haven gekomen, bij een orkaan aan den grond geworpen, ten gevolge waarvan de ekwipage het schip heeft moeten verlaten; men hoopt een gedeelte der lading te bergen en bij gunstig weder het vaartuig vlot te brengen.
Algemeen Handelsblad, 24-10-1854

Aan de Redactie van het Algemeen Handelsblad.
Genua, 3 November 1854.
MIJNHEER DE REDACTEUR!
In de Nieuwe Rotterdamsche Courant gelezen hebbende de Advertentie van 18 October uit Genua, (vermoedelijk uit UEd. geƫerd blad overgenomen van den 24sten Oct.), zoo ben ik zoo vrij UEd. te berigten, uit naam der Equipage, dat die Advertentie zeer onjuist is.
De Schooner Meika, kapt. J.D. FLIK, is wel gebleven den avond van den 17den, doch de wind was Z.O. en geenszins Z.W. Daarbij heeft de equipage zich zelve gered, doch onwaar is het, dat de Kapt. langer aan boord is gebleven, omdat ZEd. de hoop had zijn geld en papieren te bergen, maar ZEd. is verloren, omdat hij den Stuurman niet durfde te volgen.
Ik Stuurman, ben tot het laatste oogenblik aan boord gebleven, en weet dus zeer goed (en kan zulks met eeden betuigen), dat met den tweeden stoot de kajuit vol water was; wel is de Kapt. beneden geweest, doch geene vijf minuten, daar ik als Stuurman, hem nog uit de kajuit heb gehaald, om mij in het want te volgen.
Toen het volk aan den wal was, die in de voorste of fokkemast zaten, zaten de Kapt. en ik in de groote mast; ik ben als de stagen (zijnde want dat van de eene mast naar de andere loopt), naar voren gegaan, en zoo langs de boegspriet naar beneden op de rots.
In de hoop, dat deze verklaring van de geredde equipage, UEd. uit waarheidsliefde moge aangenaam zijn, verblijven wij steeds met de de meeste achting.
UEd. Dienstw. Dienaren,
H. E. VAN DER HORST, Stuurman. C. DE HAAN. Matroos.
A.H. MEDEMA, Ligt Matroos.
J. ZEYLEMAKER, Ligt Matroos.
H. METSCHER, Kok.
Algemeen Handelsblad, 10-11-1854