Het schip

Johanna Cornelia (1828)

 

Meer informatie over dit schip

Rotterdam, 19 April. Volgens particulier berigt werd het fregatschip Johanna Cornelia, kapt. M Kaleshoek, thans te Hellevoetsluisbinnen, in den nacht van den 23 Maart ll, toen bijliggende voor eenen zwaren noordelijken storm, vergezeld van eene hooge zee, op de hoogte der Westereilanden (Azoren) aangezeild, door een voor den wind afkomend schip; waardoor de fokkemast en boegspriet braken, en het geheele voortuig over boord ging, terwijl verder vele schade aan het schip veroorzaakt werd. De kapt. was genoodzaakt dadelijk de vleet te kappen om daardoor het lekstooten zoo veel mogelijk voortekomen en het schip voor zinken te bewaren. Door den stikdonkerenu nacht was van het lot der ongelukkige aanzeilers niets met zekerheid op te geven. Zoodra mogelijk na den geleden ramp, hoewel met storm en hooge zee dagelijks worstelende, werd op het schip een noodtuig opgerigt hetwelk de bewijzen heeft gegeven zoo doelmatig en deugdzaam te zijn geweest, dat het schip daarmede in korten tijd zijne bestemming behouden bereikte, zonder eenige vreemde haven tot reparatie aan te doen. Nieuwe Rotterdamsche Courant, 20-04-1849 Cowes, 4 April. De Nederlandsche bark Johanna Cornelia, kapt. van Bentveld, van Iquique naar Rotterdam bestemd, is alhier wegens ziekte van de equipage binnengeloopen. Nieuwe Rotterdamsche Courant, 08-04-1856