Home
Home

Zoek een persoon
Personen

Zoek een schip
Schepen

Overzichten

Contact

Bronnen

Maten

Retour
Het schip
Leeuw, de (1840)
 
Meer informatie over dit schip
Rotterdam den 18 maart
Gisteren is te Vlaardingen van eene der werven van den scheepsbouwmeester A. van der Werf de Willigen, met het beste gevolg van stapel geloopen het schoonerhoekerschip de Leeuw, groot honderd vijftig lasten, gebouwd voor rekening van de heeren de Groot, Roelants en Co., te Schiedam, gevoerd zullende worden bij kapitein R. Butter.
Rotterdamsche Courant, 19-03-1840

Wij ontleenen aan de Staats-Courant de volgende Indische berigten: "Volgens berigt van den engelschen resident in de Perzische golf, den kapitein S. Heunell, door tusschenkomst van het gouvernement van Bombay aan het Indisch bestuur medegedeeld, werden in den ochtend van den 15 September 1844, van het strand te Bushire noodseinen ontdekt van eene brigantijn, voerende de hollandsche vlag.
Het aldaar gestationeerde engelsche oorlogsvaartuig Coote daarop eene sloep hebbende uitgezet, om het schip in nood te hulp te komen, verkreeg men de zekerheid, dat het was de Leenoo, waarschijnlijk de Leeuw, kapt. de Boer Brouwer, van Batavia, en dat de gezagvoerder, de beide stuurlieden en de zeilmaker, wier namen echter niet worden genoemd, gedurende de reis waren overleden; en vernam men voorts van het overgebleven gedeelte der equipagie, toen nog uit zes personen bestaande, dat het aan een hunner, hoezeer onbekend met de regelen der stuurmanskunst, gelukt was het vaartuig in de golf te brengen.
In den loop van dien zelfden dag vervoegde zich de heer Gaspar, een armeniaansch koopman, aan wien de Leenoo geconsigneerd was , bij den engelschen resident te Bushire, ten einde raad te erlangen hoedanig hij in dit zonderling voorval had te handelen, terwijl hij tevens mededeelde, dat het overgebleven scheepsvolk, ter vermijding van den schijn van een strafwaardig deel te hebben gehad aan den dood van hunnen kapitein en van de stuurlieden en zeilmaker, het ligchaam van den eersten in sterken drank had bewaard, weshalve de heer Gaspar verzocht dat dit door den geneesheer mogt worden onderzocht.
Intusschen had men den volgenden nacht besteed om de Leenoo uit zijnen gevaarvollen toestand op eene verzekerde plaats in de haven te brengen, hetgeen na ongcloofelijk veel moeite gelukte, dank zij de onvermoeide pogingen van de equipagie van de Coote en van het scheepsvolk van twee koopvaardijschepen, waarvan een onder hollandsche en het andere onder fransche vlag , welke tijdens dit voorval ten anker lagen in het bovenste gedeelte der golf.
Nadat men door een geneeskundig onderzoek van den doctor te Bushire en van dien van het engelsche oologsschip de volle overtuiging had erlangd, dat de kapitein, stuurman en de zeilmaker, bij gebrek aan geneeskundige behandeling, aan de gevolgen van hevige galkoortsen waren overleden, werd het lijk van den ongelukkigen gezagvoerder der Leenoo den volgenden morgen met de meeste plegtigheid ter aarde besteld op het Armeniaansche kerkhof te Bushire."
Nieuwe Rotterdamsche Courant, 06-08-1845

Rotterdam, 31 Maart.
Het schip de Leeuw, gevoerd geweest door kapt. de Boer Brouwer, v. Batavia n. de Golf van Persie, is volgens brief van Bushire, van 10 Dec., 9 Sept. aldaar gearriveerd, na op reis de kaptein, eerste en tweede stuurman en zeilenmaker verloren te hebben. Er was geene mogelijkheid aldaar of te Bastora [Bedoeld wordt Bassora ( Basra)] een gezagvoerder voor het schip te bekomen; hetzelve is ontladen en afgetuigd geworden, ten einde de komst van een bevelhebber uit Batavia af te wachten.
Algemeen Handelsblad, 02-04-1845

Falmouth, 28 November.
Het schip de Leeuw, kapt. Muller, van Hartlepool naar Ceylon, is alhier, met verlies van booten, zeilen, kombuis enz., binnengeloopen.
Opregte Haarlemsche Courant, 03-12-1852

Het schip de Leeuw, kapitein G. L. Muller, van Hartlepool naar Ceylon, mede te Falmouth binnen, heeft den 17 dezer na volbragte reparatie de reis voortgezet.
Rotterdamsche Courant, 22-01-1853

Banff (UK), 7 Dec
De Ned. schooner de Leeuw, kapit. de Ridder, v. Memel n. Liverpool, is gisteren bij Naira [= Nairn] gestrand en zal waarschijnlijk weg zijn.
Groninger Courant, 14-12-1856

Inverness, 11 Dec.
Het schip de Leeuw, kapt. de Ridder, v. Memel n. Liverpool, bij Narin [= Nairn] gestrand, is weder af en alhier binnengebragt.
Algemeen Handelsblad, 24-12-1856

Inverness 22 februarij.
Het wrak met den inventaris van het galjootschip de Leeuw, te Schiedam tehuis behoord hebbende, is ll. dingsdag voor 730 ponden sterling verkocht.
Rotterdamsche Courant, 28-02-1857