Home
Home

Zoek een persoon
Personen

Zoek een schip
Schepen

Overzichten

Contact

Bronnen

Maten

Retour
Het schip
Edam (1881)
 
Meer informatie over dit schip
Op 13 januari 1881, tijdens slecht weer, meldde de hoofdingenieur dat de schroefbladen begonnen te vallen en de volgende dag waren ze allemaal verloren. Door de zeilen te hijsen werd er ongeveer 6 knopen vaart gemaakt en ging het schip langzaam. Toen brak er een zware storm uit waardoor zeilen en masten overboord werden geblazen en omdat het erg vroor, ervoeren verschillende officieren en bemanningsleden bevriezingsverschijnselen. De emigranten moesten in het schip worden opgesloten om te voorkomen dat ze van de dekken werden geveegd omdat de zeeën over het zwaar rollende schip liepen. Verschillende andere schepen negeerden de verzoeken om hulp terwijl het schip gevaarlijk dicht bij St. Ives dreef. Eindelijk nam een Engels schip, de ss Napier (Capt. Anderson) de Edam op sleeptouw en leverde deze op 28 januari af in New York. Alle passagiers bleken bij aankomst in goede staat te verkeren. De Edam ging toen het droogdok in voor een inspectie van de romp en om een nieuwe propeller te ontvangen.
https://www.captainalbert.com/

Leeuwarden, 10 October.
Over het aanvaren en zinken van de „Edam", kapt Taat, op 21 Sept,, worden thans bijzonderheden medegedeeld. Kapt. Taat meldt o. a. het volgende:
„Er was een dikke mist. De machines werkten met halve kracht en de misthoorn werd voortdurend geblazen, om naderende schepen te waarschuwen.
Om 9.50 hoorde ik den hoorn van een ander schip, omstreeks 3 streken van den stuurboordboeg. Wij wierpen het roer dadelijk naar stuurboord over en floten tweemaal, om het andere vaartuig te waarschuwen, dat wij naar bakboord afhielden en dus in NO. rigting stuurden.
„Kort daarop hoorden wij hetzelfde signaal dwars van ons aan stuurboordzijde. Wij bleven onze rigting dus houden, denkende dat alles goed ging en de boot ons langs stuurboord zou passeren. Maar bijna op hetzelfde oogenblik zagen wij een stoomschip met den boeg op ons afkomen en daar het te laat was om te wenden, konden wij niets beter doen dan het schip door te laten loopen, hopende dat het nog vrij zou komen.
Doch de uitkomst bedroog die verwachting spoedig, want de vreemde boot, de Lepanto, liep ons met ontzettend geweld in de flank, juist bij de machine, het zwakste gedeelte van het schip. Zij ging dwars door ons dekhuis, sloeg een reddingsboot aan stukken en haalde het dek en de zijde van het schip geheel open tot aan de koelkast. De Lepanto sprong terug door den schok en trof de Edam nogmaals bij het grootwant en voor een derde maal bij den saloningang, waarbij zij den andere boot vernielde met de davits en de verschansing.
Ik had order gegeven de machines dadelijk te stoppen, maar dit bevel werd niet uitgevoerd, daar de 3e machinist, die de wacht had, en een adsistent door de botsing helaas het leven verloren hadden.
De meeste passagiers waren in bed tijdens het ongeval en wij haastten ons ze te wekken en van den toestand op de hoogte te stellen. De Edam was intusschen hard aan het zinken en drie der grootste booten werden met spoed, doch in de beste orde overboord gezet, nadat eerst de vrouwelijke passagiers daarin hadden plaats genomen. Er was in den beginne iets van een paniek, maar spoedig waren allen kalm en schikten zich moedig in hun lot.
In vijf minuten waren allen op het dek in de meest zonderlinge costuums, bijna zonder iets te kunnen redden.
Binnen een kwartier na de botsing hadden allen het verlaten en 10 minuten daarna zonk het prachtige stoomschip voor goed in de diepte weg. De Lepanto had intusschen booten uitgezet om ons hulp te bieden en een dezer ontmoette weldra de onze en ondanks den dikken mist werd de Lepanto gelukkig bereikt, dank zij den misthoorn, dien zij voortdurend liet hooren."
De Lepanto had een groot gat in haar boeg gekregen, dat haar veiligheid in groot gevaar bragt, doch gelukkig bleef de zee kalm tot New York en werden alle passagiers der Edam Zondag morgen daarop aan boord der W. A. Scholten opgenomen. Het onderzoek, dat thans wordt ingesteld, zal in het licht moeten stellen, of er iemand voor het ongeval aansprakelijk gesteld mag worden, of dat het slechts een misverstand is. De kapiteins van beide schepen hebben blijkbaar al het mogelijke gedaan om het gevaar af te wenden.
Het verhaal van kapt. Rogers der Lepanto komt, wat tijd en omstandigheden der botsing betreft, vrij wel met dat van kapt. Taat overeen.
De oorzaak van de botsing is dus geweest, dat de 1e officier der Edam de mistfluit der Lepanto aan stuurboordzijde hoorde (wat inderdaad juist bleek te zijn), terwijl de kapt. der Lepanto meende, dat de Edam aan haar bakboordzijde was. Dientengevolge hield zij koers naar het noordwesten, waardoor zij echter helaas de Edam juist vlak in de zijde liep, die naar het noordoosten hield, hopende de Lepanto aan stuurboord te laten passeren.
De Lepanto moet wel het signaal, dat de Edam haar gaf om aan bakboordzijde af te houden, gehoord hebben, doch zij kan gemeend hebben, dat dit een vergissing was, omdat zij de mistfluit der Edam in verkeerde rigting opvatte, een vergissing, waaraan ieder blootstaat.
Leeuwarder Courant, 11-10-1882