Home
Home

Zoek een persoon
Personen

Zoek een schip
Schepen

Overzichten

Contact

Bronnen

Maten

Retour
Het schip
Maria Elisabeth Margaretha (1856)
 
Meer informatie over dit schip
Hellevoetsluis, 25 Julij.
Het Nederl. schip Maria Elisabeth Margaretha, kapt. Bauditz, van Rotterdam naar Newport (Wales), is heden morgen met verlies van ankers en kettingen te Kingroad binnengebragt.
Nieuw Amsterdamsch handels- en effectenblad, 29-07-1858

Rotterdam 4 februarij.
Aangaande het verongelukte schip Maria Elizabeth Margaretha, kapit. F. C. Bauditz, van Cardiff met eene lading steenkolen naar Singapore, vernemen wij, volgens particulier schrijven van den 1sten stuurman Latour, de volgende bijzonderheden:
Het schip had sedert het vertrek uit Cardiff, 13 dagen lang, met gestadig stormweder te worstelen gehad, waarin het al zijne marszeilen verloor en eindelijk de schroefarmen van het roer heeft gebroken; zoo spoedig mogelijk werd er een hulpstuurtoestel gemaakt, doch het stormweder steeds aanhoudende, werd er in scheepsraad besloten de eerste de beste haven in lij te zoeken om de schade te repareren. Dienvolgens werd naar Brest koers gezet en arriveerde men zondag 29 januarij met zeer dik weder in de Baai van Camaret, alwaar het schip ten anker werd gebragt. Maandag morgen werd gezegde stuurman door den kapit. over land naar Brest gezonden om eene stoomboot te halen, ten einde het schip naar die haven te slepen. Gedurende diens afwezigheid is het schip van zijne ankers op strand geslagen. Tien man van de equipage (waaronder de kapitein) verloren bij deze ontzettende ramp het leven. Aan de overigen mogt het gelukken om behouden aan strand te komen; dank zij daarvoor gebragt aan de menschlievende en moedige hulp van eenige inwoners van Camaret (bij Brest), en daaronder in de eerste plaats aan de heeren Falloy, oommissaris der Keizerlijke marine, en Adigard, kapitein der douane te Crozon. Deze beide hebben zich boven allen onderscheiden door hunne edelmoedige zelfopoffering; de eerste had bijna zijne menschlievendheid met den dood bekocht, doch is gelukkig met eenige wonden vrijgekomen. Eenmaal aan wal zijnde, werden zij door de strandbewoners met de grootste gulheid ontvangen en verzorgd.
Rotterdamsche Courant, 07-02-1860