Home |
Personen |
Schepen |
Overzichten |
Contact |
Bronnen |
Maten |
Het schip |
Friesland (1858) |
Meer informatie over dit schip |
Het schip Friesland, kapt. Mispelblom Beijer, v. Amsterdam n. Batavia, is 28 Junij met adsistentie te Harwich binnengebragt, hebbende op Long Sand gezeten en een gedeelte der lading over boord moeten werpen. Algemeen Handelsblad, 01-07-1859 Kaapstad (SA), 19 Junij. Er bevinden zich thans niet meer dan twee Nederl. schepen aan de kust van Zuid Afrika. Het eene is het fregat Galilei, dat, na een verblijf van vier maanden, thans op het punt van vertrek staat. Het tweede is het fregatschip Friesland, in de vorige week met zware averij en gesprongen roerspil in Algoa baai binnengeloopen. Aangaande laatstgenoemd schip wordt nog het volgende gemeld: Langs de kusten, vooral in het oostelijke gedeelte, hebben vele Zeerampen plaats gevonden, echter zonder veel verlies van menschenlevens. Onder anderen is het schip Friesland, kapt. Sipkes van Batavia naar Rotterdam, met eene algemeene lading, de vorige week in Algoa baai binnengeloopen, met verlies van roer, verschansingen enz., veroorzaakt door ontstuimig weer langs de kust. Het vaartuig zal groote reparatien in die haven moeten ondergaan. Algemeen Handelsblad, 27-07-1867 2 Oct Het Ned. schip Friesland, kapt. Teensma, van Amsterdam naar Hudiksvall, is te Fredrikshavn binnengeloopen met zware schade aan het tuig. Rotterdamsch Nieuwsblad, 04-10-1890 Woensdag der vorige week strandde nabij Schiermonnikoog de Noorsche ijzeren bark Maede, kapitein Swensen, van Sundsvall met hout naar Porto de Natal. Eerst Vrijdag werden de noodseinen opgemerkt en mocht het der reddingboot, bemand met twaalf wakkere mannen, gelukken het elftal schipbreukelingen behouden op het eiland te brengen. Uit een nader bericht blijkt dat een viertal zeelieden, die eveneens getracht hebben het schip te bereiken, het slachtoffer zijn geworden van hun menschlievend pogen. Ongeveer een uur voordat de reddingboot van Schiermonnikoog het gestrande schip bereikte, was daar gepasseerd de Ned. bark Friesland, van de heeren E. J. Bok & Zonen te Amsterdam, gevoerd door kapt. Teensma van Schiermonnikoog. De stuurman van de Friesland, Ambrosius Visser, eveneens aldaar thuis behoorende, verliet met nog 3 andere schepelingen: een Duitscher, een Amelander en een Pekelder, zijn schip, doch sedert is niets van hen vernomen. Op welk een wijze dit ongeluk heeft plaats gehad, is nog niet bekend, doch men mag als zeker aannemen, dat de ongelukkigen met de boot in de branding zijn omgeslagen en alzoo den dood in de golven hebben gevonden. De schipbreukelingen van de Maede hebben verklaard gezien te hebben, dat de Friesland een boot overboord heeft gezet, doch later niets meer van de boot te hebben bemerkt. Stuurman Visser laat eene zwangere weduwe met twee kleine kinderen in hulpbehoevende omstandigheden achter. De Amsterdammer, 04-11-1896 Delfzijl , 8 Nov. Het Nederl. barkschip Friesland, kapt. Teensma, naar Papenburg bestemd, dat sedert Zondag in het gezicht van Delfzijl bij de Knok ligt, heeft een diepgang van 53 dM., zoodat het minstens de halve lading zal moeten lossen alvorens de reis te kunnen voortzetten. Dit lichten evenwel kan, door den sterken stroom, niet zonder gevaar voor het schip en lichters plaats hebben. Mocht de oostelijke wind aanhouden en dus weinig water komen, dan bestaat er kans, dat do Friesland daar de heele lading zal moeten lossen. Nieuwsblad van het Noorden, 07-11-1896 |