![]() Home |
![]() Personen |
![]() Schepen |
![]() Overzichten |
![]() Contact |
![]() Bronnen |
![]() Maten |
Het schip |
Johanna Maria (1835) |
Meer informatie over dit schip |
Leith, 19 Dec. De Staats-Courant meldt: "Een berigt van het Nederlandsche consulaat in Gent behelst bijzonderheden wegens bedriegelijke handelingen, aldaar door zekeren Henri Brant, een Engelschman, gepleegd, ten gevolge waarvan onder anderen verscheiden gezagvoerders van Nederlandsche koopvaardijschepen in ongelegenheden gewikkeld zijn. Genoemde persoon had zich een jaar geleden aldaar gevestigd en eenen graanhandel begonnen, waaraan hij steeds grooter uitbreiding gaf. Laatstelijk had hij een twintigtal schepen van onderscheiden natiƫn, waaronder vijf Nederlandsche (te weten: de Johanna Maria, kapitein W.K. de Grooth; de Jacobina, kapitein H.W. Bontekoe; de Harmonie, kapitein S.K. Mulder; de Jacoba Alida, kapitein H. van der Laan, en de Jantina, kapitein C.J. Boon) aangenomen, die in de haven te Gent lagen, op hunne bevrachting wachtende. De ligdagen waren reeds eenigen tijd verstreken, en de kapiteins maakten reeds aanstalten om de schadevergoeding te eischen waarop zij regt hadden, toen op de Gentsche beurs vertegenwoordigers van Engelsche huizen verschenen, in het bezit van cognossementen, die door de bedoelde kapiteins heetten onderteekend te zijn, en waarop die huizen aan voormelden Brant voorschotten hadden gedaan. Deze cognossementen bleken al spoedig valsch te zijn, ofschoon de handteekeningen met groote bekwaamheid nagemaakt waren; Brant werd in staat van faillissement verklaard, maar slaagde er in, om zich door de vlugt aan geregtelijke vervolgingen te onttrekken, terwijl de kapiteins in Gent gebleven zijn, de van hunne vermeende handteekeningen voorziene cognossementen te hunnen laste hebbende, ter zake waarvan zij, zoolang deze zaak niet geheel opgehelderd is, aan ernstige moeijelijkheden blootstaan van den kant dergenen, die de ladingen gekocht hebben. Sommigen hunner, die door de reis naar en het verblijf in Gent reeds op groote kosten gejaagd waren, hebben willen vertrekken zonder een afschrift te ligten van het vonnis, waarbij Brant failliet verklaard is; zich vergenoegende met een certificaat van den procureur des Konings, in het arrondissement Gent, houdende, dat tegen Brant eene geregtelijke vervolging, wegens valschheid in geschriften, begonnen is, en met een certificaat van hunnen Scheepsmakelaar en van den controleur der douane, verklarende, dat hunne schepen in Gent geheel onbevracbt zijn gebleven." Groninger Courant, 30-05-1851 De Nederlandsche kof Johanna Maria, kapt. de Groot, 15 Nov. van Grangemouth naar Christiansand verzonden, is, na al de plaatstelijk in de Noordzee gewoed hebbende stormen, te hebben doorgestaan, met verlies van zeilen, verschansing en gebrek aan provisien in de Firth of Forth geretourneerd. Nieuw Amsterdamsch handels- en effectenblad, 24-12-1860 |