Het schip

H. Willebrordus (1851)

 

Meer informatie over dit schip

Gisteren is te Schiedam, van de werf van den heer Lindeman, met het beste gevolg te water gelaten, de brik, genaamd H. Willibrordus, groot omtrent 180 gemeten lasten, gevoerd zullende worden door kapt. Lion. ... Beide zijn bestemd voor de groote vaart, en voor rekening der reederij, onder directie van den heer J. H. van Gent Nieuwe Rotterdamsche Courant, 25-10-1851 Volgens brief van kapt. Kleve, in dato Amoy 5 Julij ll., was hij met de door hem gevoerde brik H. Willebrordus, den 28sten Junij door stilte en zwaren stroom bij hooge deining des nachts op de Lamok-eilanden vervallen. Daarop ten anker gegaan zijnde om niet op de klippen te geraken, kwam er eene Chinesche boot langs zijde, waaruit aangeboden werd het schip als loods van de klippen te brengen, welk aanbod aangenomen en ook werkelijk ten uitvoer gebragt werd; doch toen het schip goed vooruithaalde , werd de tros afgesneden en dreef hetzelve voor het tweede anker in den grond komen (het eerste had de loods bevolen te laten slippen) op de klippen. Hierop werd| het schip overweldigd en de kapitein en ekwipaadje van alles beroofd, tot zelfs van de scheepspapieren, zoodat zij met moeite hun leven konden redden en vervolgens met de boot, die men hun liet behouden, op eene naakte klip aankwamen. Hier verdere assistentie geweigerd zijnde, besloot de kapitein met eenige manschappen met de boot de klip te verlaten en kwamen zij dan ook , na den geheelen dag geroeid te hebben, den volgenden avond te Namo aan land. Ook hier echter werd alle hulp om de overige manschappen van de klip af te halen bepaald geweigerd; deze waren intusschen door eene visschersboot na 2 etmalen zonder eten of drinken te zijn geweest weder afgebragt, zoodat den 2den Julij allen weder te zamen waren en vervolgens door eene kustboot den 4den Julij te Amoy arriveerden. Volgens zeggen waren schip en lading geheel weg. Algemeen Handelsblad, 01-09-1862