Het schip

Riga (1838)

 

Meer informatie over dit schip

Den 20 Junij is te Scarborough in goeden staat binnengebragt eene scheepsboot, van binnen tegen den spiegel gemerkt: Riga van Rotterdam, zijnde den vorigen dag in Curyton-baai gevonden. [Vermoedelijk afkomstig van het schip Riga, kapit. de Wit, den 2den dito van Hellevoetsluis naar Hartlepool vertrokken, en den 5den dito aldaar aangekomen.] Groninger Courant, 29-06-1855 Rotterdam 4 febr. Het alhier tehuis behoorend kofschip Riga, kap. Kramer, den 17 november a. p. van Curaçao n. Mexico en Rotterdam vertrokken, is den 13 dec. voor de Baai van Tuspan [= Tuxpan?] gebleven. Aangaande dit ongeluk meldt kapit. Kramer, dd. Tuspan 17 dec. het volgende: Nadat ik den 5 dec. van Curaçao te Tampico aangekomen en den volgenden dag van daar vertrokken was, arriveerde ik den 13 dec. voor deze baai. Daar op mijn herhaald seinen geene loodsen naar buiten kwamen en ik bevreesd was door den harden noordenwind benedengaats gedreven te worden, besloot ik naar binnen te zeilen, doch had het ongeluk eenigen tijd daarna, waarschijnlijk door verleiding van stroom, aan den grond te raken. Onze poging om door manoeuvreren met de zeilen vlot te komen was vruchteloos; ook was het ons onmogelijk een hulpanker uit te brengen, en van den wal kwam niet de minste hulp opdagen. Inmiddels liep het tegen den nacht; wind en branding begonnen heviger te woeden-, hst schip stootte verschrikkelijk en had daardoor een zwaar lek bekomen. Om het leven te behouden waren wij genoodzaakt het schip te verlaten, en kwamen met levensgevaar door de branding op een in de baai ten anker liggenden Deenschen schoener aan boord, niets hebbende kunnen medenemen dan de voornaamste scheepspapieren. Den volgenden dag scheen ons de branding minder hoog en wij beproefden het schip weder te bereiken, doch werden tot driemaal teruggeslagen, zoodat wij dit moesten opgeven. Ook de vaste wal was niet te bereiken. In den namiddag zagen wij van boord van den schoener een vaartuig van wal steken en naar de Riga stevenen, waarvan men, zoo als later bleek, het een en ander afhaalde. Wij trachtten nogmaals aan boord te komen, doch te vergeefs. Den 15den gelukte het ons met levensgevaar den wal te bereiken en wij gingen nu, met assistentie van booten en volk, bergen wat van het schip te redden viel. Den inventaris haalden wij er af, doch het schip is zoo goed als weg. Een en ander zal alhier verkocht worden, en dan hoop ik met mijne equipage gelegenheid te vinlen om met eene naar Bordeaux bestemde Fransche bark over te komen. Rotterdamsche Courant, 07-02-1859