Home
Home

Zoek een persoon
Personen

Zoek een schip
Schepen

Overzichten

Contact

Bronnen

Maten

Retour
Het schip
Acadia (1857)
Amstelstroom (1868)
 
Meer informatie over dit schip
Amsterdam, 30 Sept.
Extract uit een brief van kapt. G. Greefkes, voerende het schip Acadia, dd. Amoy 31 Julij 1862:
Op den 17den Julij waren wij op 23° 46' N. en 117° 53' O. Tot dusverre was onze reis voorspoedig. Het weder en luchtgestel begon een ander aanzien te krijgen en het werd stil. Des avonds waren wij door stilte en zware tegenstroom genoodzaakt te ankeren in de peiling Lamtia-eilanden N. 7/80 in de knob Rock W. Z. W. Omstreeks 10 ure des avonds naderde ons een groot verdacht vaartuig met veel volk op de riemen tot voor de boeg. Gevraagd zijnde wat hij wilde? gaf hij voor: Visch verkoopen. In een oogenblik was er de grootste verslagenheid onder de Chinezen. Zij verdrongen mij, zeggende: Geen visschoemen, roovers. Er zijn echter nog 4 booten. De vrouwen en kinderen huilden en schreeuwden en de confusie onder hen was groot. In een oogenblik waren onze stukjes geladen en de stuurman loste eenige geweerschoten op de boot, die zeker nog beter verkenning wilde nemen. Ons volk was gewapend met bijlen en andere gereedschappen, zoomede vele Chinezen. Ik gaf order aan den bevrachter, om elk te vermoorden, die aan boord wilde komen. Ik liet de 1 ponds kanonnen afbranden en daarna een scherp schot doen met de 6 ponds, waarna het vaartuig verdween in de duisternis. Het volk zag pijlen oplaten en wij hebben daarna niets meer gezien. Alle schijn bestond, dat er slechte bedoelingen plaats hadden, en zoo als ik hier verneem, is zulks niets bijzonders. Konden wegens stilte niet voor den volgenden dag, des namiddags ten 2½ ure onder zeil gaan. Ontwaarden Chapel-Eiland. Flaauw zuidelijk koeltje, des nachts meer stil, hielden het onder zeil, des morgens kregen de loods aan boord, vorderden dien dag zeer weinig, des avonds ankerden in 11 vadem water, in de nabijheid van Quemoy en Waasen-Eiland. Hooge zware rolling. De lucht ongewoon. Barometer dalend. Verwachten harde winden. Met den dag onder zeil, stuurden tusschen de eilanden door naar de reede van Amoy. Ten 8 ure kregen eene harde bui uit het N. 0., waaruit veel regen en wind volgde. Dik en geen gezigt, ankerden in 10 vademen water ten 9 ure, op ¼ mijl afstand uit de wal op de reede na 16 dagen reis. De wind nam al in hevigheid toe en de regen was ontzettend. De wind liep rond in 24 uur van O. N. O. tot Z. Z. W. Wij lagen voor de beide zware ankers en 90 vademen ketting in het water. Ik onderstel, dat het middelpunt der typhoon 8 a 10 mijlen ten Z. ons is langs gegaan en de loop van de N. W. is geweest. Een Siameesch schip, dat uit zee teruggekomen en bij ons ten anker lag, is op drift gegaan, heeft zijn tuig gekapt, doch nog op strand gedreven, waar hij naderhand met behulp van een Gunboot is afgehaald. Wij zijn van onze ankerplaats op de reede naar de binnenhaven 6 dagen bezig geweest. De ruimte die de schepen wordt gegeven, is veel te klein. Zij liggen hier allen vertuid en zwaaijen ter naauwernood vrij, zoodat averij nog al eens plaats vindt, vooral met de in- en uitzeiling.
Algemeen Handelsblad, 01-10-1862

Amsterdam, 4 mei
Aangaande het schip Acadia, kapt. C. Huyser van Reenen, van Liverpool naar Boston (USA), met schade te New York binnengeloopen, wordt van daar gemeld, dat het bijna de geheele reis voortdurend hevige orkanen en stormen had doorgestaan; door hevige stortzeeën was de kajuit vol water gekropen en had men de pompen voortdurend moeten doen gaan; het roer was gebroken, verschansingen, zeilen en rondhouten verloren gegaan, zoodat kapt. Huyser van Reenen, volgens daartoe bevoegde personen, grooten lof verdiend, voor het binnenbrengen van het schip, in dien staat waarin het verkeerde.
Nieuwe Rotterdamsche courant 04-05-1864