Hemmo Everts Zoutman

Retour
Geboren: 08-04-1781 te Veendam
Overleden: 02-11857 te Veendam
Vader: Evert Philippus Zoutman
Moeder: Hilligjen Rentes
Gehuwd met: Eefke Roelfs Engelsman (Wildervank, 1808)
Broers, tevens kapitein:
       Rente Everts Zoutman
       Jan Everts Zoutman


Het tjalkschip Twee Gebroeders was op 11 juni 1816 met een lading haver vanuit Groningen vertrokken naar Antwerpen. Aan boord was ook de 19-jarige kok Derk Jurts Boerema. Aanvankelijk verliep de reis voorspoedig, maar ten noorden van Texel was er een keiharde noordenwind. De de zee sloeg over het schip en er ontstond lekkage, maar toch vervolgde het schip zijn weg naar Antwerpen. Toen het schip ter hoogte van de Maas voer, besloten Hemmo en zijn broer Evert een haven binnen te lopen om schip en lading te behouden. Omdat de branding heel woest was, viel dat niet mee. Weer sloegen hoge zeeën over het schip, maar gelukkig werd er geen nieuwe schade aangericht. Op zondag 16 juni voer het schip de haven van Brielle binnen.
Hemmo wilde nu binnendoor naar Antwerpen varen, maar dan moest er een groot bedrag aan rechten worden betaald en dat was te veel voor Hemmo en broer Evert.
Op 20 juni kon het schip weer uitvaren, samen met een groot aantal andere schepen met bestemming Antwerpen. Helaas was er door het grote aantal schepen geen loods beschikbaar en zeilde Hemmo met zijn schip achter andere schepen aan richting open zee.
Door windstilte dreef het schip richting Krabbeplaat en bij eb kwam het schip vast te zitten in het zand van de Krabbeplaat. Toen het weer vloed werd, liep het schip flinke schade op en kwam er veel water in het schip. Met man en macht probeerde de bemanning, met hulp van inwoners van Brielle, om het schip weer terug in de haven te brengen maar dat mocht niet meer baten. Wel werd geprobeerd om nog zoveel mogelijk van de nat geworden lading te bergen.
Op 22 juni 1816 ging Hemmo naar notaris H.M. van Andel in Brielle. Hij liet in een verklaring vastleggen dat het ongeluk door omstandigheden was veroorzaakt. Het schip was in "goeden en bekwamen staat, heijl digt en sterk" en de bemanning trof geen blaam. De bemanning had al het mogelijke gedaan om schip en lading te redden. De nat geworden lading moest ter plekke verkocht worden.
Op maandag 22 juli 1816 werd de nat geworden lading door de strandvonder in Voorne verkocht.
Wat er met het schip is gebeurd is onbekend. Over het schip is daarna niets meer te vinden.



Bronnen:
    - https://www.allegroningers.nl/
    - www.delpher.nl/
    - De familie Zoutman en de zee; Arda Vossebeld-Dijkhuizen
    - Streekarchief Voorne-Putten
Geen afbeelding beschikbaar