Het schip

Werve, Van De (1830) Borneo (1834) Decima (1837) Menado (1838)

 

Meer informatie over dit schip

Singapore, 27 Oct. Het te Rotterdam te huis behoorend fregatschip Menado, kapit. D. Dunlop, van Calcutta met katoen rijst en opium naar Hongkong bestemd, is den 18 dezer in de Straat van Malakka bij South Sands gestrand en verbrijzeld. De bemanning is gered en 10 kisten opium zijn geborgen door het schip Augusta Kaufmann van Singapore naar Calcutta bestemd, en te Malakka aangebragt. Rotterdamsche Courant, 18-12-1855 Rotterdam 5 Januarij. Aangaande het in straat Malacca verongelukte schip Menado, kapt. Dunlop, waarvan wij vroeger meermalen melding maakten, vernemen wij nu nog uit de Shipping and Mercantile Gazette de bijzonderheden, die wij lager mededeelen: Het schip Menado , kapt. Dunlop, van Calcutta, via Singapore naar Hongkong bestemd , verliet eerstgenoemde plaats op den 25sten September jl. Op den 18den October passeerde het in den avond het vuurschip van de South Sands. Men nam met zeemans voorzorg dit vuur ruim genoeg en hield het lood steeds gaande, doch had niettegenstaande deze maatregelen het ongeluk, dat het schip den volgenden morgen, om 4 uur door een zwaren zuidelijken stroom op het South Sands aan den grond gezet werd. Onmiddelijk werden ankers uitgebragt en elke andere poging in het werk gesteld, om het schip af te brengen, maar vruchteloos, de geweldige stroom zette het schip steeds verder op de bank, waar het hevig stootte en spoedig begon te vullen. Op den middag van den 19den ontwaarde men een om de OZO. sturende bark, en deed door middel van schieten en vlaggen noodsein, doch er werd geen acht op geslagen. In den namiddag van denzelfden dag kwam de Hamburgsche schoener August Kaufmann, kapt. Wieland, in het gezigt, en zoodra deze den toestand van de Menado gewaar werd, zette hij koers daarheen. Er werden schikkingen gemaakt dat de Hamburger bij het wrak zou blijven en zoo veel mogelijk van de lading bergen, doch het weder was dien avond zoo ongunstig, dat niets kon gedaan worden. Omtrent middernacht wierp eene zware bui uit het N. W. de Menado plat op zijde, zijnde het ruim toen vol water, terwijl de brekers gestadig over het schip sloegen. Den volgenden dag was het weder bedaarder, alhoewel men nog veel last van de stortzeeën had. Van de lading werden nu 10 k. opium, benevens eenige der scheepsgereedschappen geborgen, doch het overige der lading onder water liggende, en kapitein Wieland verlangende de bank voor den avond te verlaten, zag kapitein Dunlop met zijne equipage zich genoodzaakt het wrak te verlaten en aan boord van de Augusta Kaufmann over te gaan, die hen behouden te Malakka aanbragt. De plek, waarop de Menado strandde, is niet ver van die waarop de John Currey onlangs verging, en dezelfde oorzaak (zware stroom) schijnt tot de beide ongelukken geleid te hebben. Het wrak van de Menado en de in het schip gebleven lading zijn den 27sten October ll. te Singapore voor omtrent $ 9000 verkocht. Nieuwe Rotterdamsche courant, 06-01-1856