Home
Home

Zoek een persoon
Personen

Zoek een schip
Schepen

Overzichten

Contact

Bronnen

Maten

Retour
Het schip
Jonge Carolina (0)
Vlashandel (1816)
Catharina (1827)
Sophia (1828)
 
Meer informatie over dit schip
Op de Rivier van Bordeaux is om 't Ys te ontwijken door de Loots op de wal gezet 't Schip de Jonge Carolina. Kapt. J. B. Bleeker, van Bordeaux naar Amsterdam, is met veel moeite weder afgebragt, zijnde onbeschadigt en digt
Leydse Courant, 10-02-1815

Te Falmouth zijn binnen geloopen de schepen ... en de jonge Carolina, kapt. J. B.Bleecker van Bordeaux naar Amsterdam, het laatste is lek.
Opregte Haarlemsche Courant, 16-12-1815

Kapt. F. Giercke, voerende het Schip de Vlashandel, van Livorno herwaards, meldt van Malaga, van den 23 April, dat hij den 8 dito vertrokken zijnde denzelfden dag en volgende nacht op de hoogte van Genua een zware Westelijken storm doorstond, bij Kaap Gate [ Kaap de Gatt??] door harden wind zijn Mast-Raa brak en het Topzeil snijden moest; en den 17de door eene zware Stortzee de beide Booten verloor, de groote Giek brak, de Kluiffok en het Stagzeil, die uit de netten waaiden met de Touwen van de Roef moest kappen; doch dezelve weder kreeg; eenig Marmer over Boord wierp dewijl het Schip zwaar werkte en den volgenden dag te Malaga binnen liep.
Leydse Courant, 04-06-1823

Den 8 December heeft van Ramsgate de reis voortgezet, het aldaar binnen geloopen schip de Vlashandel, kapt. H. E. Bijl, voor wijlen F. Gierke, van Amsterdam naar Genua en Livorno.
Opregte Haarlemsche Courant, 20-12-1825

Volgens een brief van H. E. Bijl, voerende,- voor wijlen Kapt. F. Gierke, het schip de Vlashandel, van Livorno naar Amsterdam; in dato Malaga den 11 October, was hij aldaar den 8 dito binnengeloopen, om zich van water en levensmiddelen te voorzien, en zou den volgenden dag zijne reis voortzetten. Hij had gedurende 25 dagen wegens tegenwind op de hoogte van Malaga en Madril gekruist...
Leydse Courant, 03-11-1826


Volgens brief van Riga van den 3 mei, kwam de gezonken nederlandsche kof Sophia, kapitein H. Wit, bevorens reeds gemeld, met het boven gedeelte weder te voorschijn, in het midden van het vaarwater; bij de vesting had men een wrak gevonden, hetwelk 23 voeten diep onder het water lag; hierdoor konde men niet bepalen tot welk der twee ter zelfder tijd insgelijks aldaar gezonken schepen het behoorde.
Rotterdamsche Courant, 21-05-1829