Het schip

Lisa (1857) Dina (1862) Jantje Dijk (1868)

 

Meer informatie over dit schip

Amsterdam 1 Febr. Het nederl. schip Jantje Dijk, kapt. G. H. Koning, van $477, laatst van Fredrikshavn naar Termunterzijl, is gisteren bij Ringkøbing gestrand. De Tijd, 02-02-1870 Ll. Donderdag middag is een matroos, J. Prins (in de Hoflaan te Rotterdam woonachtig,) aan boord van het schip Johanna Maria, kapt. van Aalborg,op zijne reis van Hellevoetsluis naar Rotterdam, tusschen Vlaardingen en Nieuwesluis (Botlek) overboord geslagen. De kapitein liet hem onmiddellijk twee reddingboeien toewerpen, doch de vaart, waarmede het schip liep, belette iets meer ter zijner redding te beproeven. De drenkeling begon, uitgeput door het werken tegen den golfslag achter het schip, reeds te zinken en kon de boeien niet bereiken, toen de scheepsroeier H. Kleij, die met een klein bootje bezijden het schip op sleeptouw was, bemerkende in welk gevaar Prins verkeerde, zonder aarzelen zijne boot lossneed, het schip, waarop hij zijn brood moest verdienen, liet varen, en den drenkeling te hulp snelde. Na veel moeite mogt het hem eindelijk gelukken, den reeds zinkenden matroos met zijne riemen te bereiken en een er van hem tegen het ligchaam stootende, dezen ais het ware werktuigelijk door den drenkeling te doen grijpen. Nu moest deze nog in de boot geholpen , hetgeen aan Kleij, alleen zijnde met den drenkeling, die meer dood dan levend was, niet dan met veel moeite kon gelukken. Toen echter was het schip uit het gezigt. Na een poos roeiens kwam een schooner opzetten, die de boot alsnu naar Rotterdam op sleeptouw nam, waarna genoemde Kleij de zelfvoldoening mogt smaken, den drenkeling weder behouden aldaar aan boord van de Johanna Maria terug te brengen. Zulk eene daad van menschlievendheid behoort, naar onze meening, zijne belooning te vinden, door aan de vergeteldheid ontrukt te worden. Delftsche Courant, 08-09-1871