Home
Home

Zoek een persoon
Personen

Zoek een schip
Schepen

Overzichten

Contact

Bronnen

Maten

Retour
Het schip
's Gravenhage (1866)
Prins Hendrik (1881)
 
Meer informatie over dit schip
Volgens advertenties kon de 's Gravenhage in 70 dagen naar Indië varen.
Kapt. Bok werd uitgedaagd door kapt. Duinker van de Insulinde. Er werd gewed om ƒ 12.000,--!!
Op de oceaan ontstond broei in de kolen. Het schip moest Rio de Janeiro binnenlopen om de schade te herstellen. De machine was slechts twee dagen gebruikt toen het schip eindelijk in Batavia aankwam.
vrij naar Anno Teenstra: de Clippers

Rotterdam 23 Julij.
Aangaande het clipper-fregatschip met hulp-stoomvermogen 's Gravenhage, kapt. Bok, van Rotterdam naar Batavia bestemd, vroeger gemeld als zijnde door broeijing der steenkolen den 13 Junij te Rio de Janeiro binnengeloopen, vernemen wij nader, dat die broejjing ontstond doordien het schip water maakte. Men hoopte spoedig de reis te kunnen voortzetten.
Nieuwe Rotterdamsche Courant, 24-07-1867

INGEZONDEN STUKKEN.
Aan de Redaktie van „de Tijd." EEN ZEERAMP!
Men leest in de Amsterdamsche Courant van heden: „Volgens een schrijven van een der passagiers van het schip met hulpstoomvermogen 's Gravenhage, kapt. Bok, met 300 man troepen van Rotterdam naar Batavia bestemd, is genoemde bodem den 13n Junij jl. te Rio de Janeiro lek met 4 à 4½ _ rijnl. voeten water in binnengeloopen. De troepen waren ontscheept en op een braziliaansch wachtschip overgegaan. Het schip zou dokken , hetgeen echter eerst den 10n Julij zou geschieden."
Het Handelsblad bevat een brief van een koloniaal, met de 's Gravenhage vertrokken, aan zijne familie te 's Hertogenbosch, aldus luidende:
„Geachte Vader, Broers en Zusters. „Met groote verpligting heb ik de pen genoomen om u mijn geval mede te deelen; vader wij hebben met ons schip een groot Ongeluk gehad daar is een groote lek in ons schip gekomen as dat wij wel 20 dagen en nachten hebben moeten pompen. Juist toen wij onder de linie waren op het middelpunt van de wereldt dat wij zoodoende van de noot eene deugt moesten maken en eene heele andere koers moesten nemen want wij waren nog niet op de helft van onze reis zoo naam onze kapetein van het schip de koers naar America om daar het schip in het dok te legen om te zien waar de lek was en wij bene gelukkig aangekomen en zijn daar ontscheept en daar hebben Wij ons bivak opgeslagen én hebben wij een goed leventje en eten en drinken vol op en goed Want den koning van holland zal het wel betalen denkt den keizer van America, dus vader wij zitten hier in eene kazerne en wij zijn ons eigen baas en doen geen dienst en kunen hier wel drie maanden blijven eer ons schip klaar is want dat wort getrokken dat werk dat kunt u wel begrijpen het is hier de hoofdstad van America RioJenevra genaemt een zeer groote stad zoo als ik nog nooit gezien heb dus vader zal er wel een half jaar verloopen zijn eer dat wij in Batavi komen en dan zal ik u wel meer nieuws zenden dus Waarde Vader weet ik geen nieuws meer als dat ik goed gezond ben en veel plaisier in mijn leven heb en doet de komplimenten aan mijne broers en zusters en aan alle bekende vrinden, enz."
Dit schip is bevoorregt geworden met het vervoer van een veel grooter getal troepen, dan volgens de bestaande reglementen aan boord van denzelfden boden naar Indië mogen reizen, en dat ofschoon bevoegde zeevaartkundigen openlijk gewaarschuwd hebben dat de 's Gravenhage wel verre van op deze onregtmatige begunstiging door zijne betere hoedanigheid eenige aanspraak te kunnen doen gelden, bij andere vaartuigen, in menig opzigt, achterstond.
Een ingezonden stuk in dit blad kwam met goede gronden in verzet tegen deze in het oogloopende bevoordeling der 's Gravenhage boven beproefde, zeewaardige bodems. Er werd echter meer gelet op de belangen van invloedrijke aandeelhouders dan op goede redenen. Ik vertrouw echter dat nu, na de gemaakte treurige ondervinding, voortaan die belangen minder zwaar in de schaal zullen wegen dan het leven van soldaten, die zich wel verbonden hebben om te strijden in de rijen van het nederlandsch-indiesch leger, maar niet om in lekke schepen gewaagd te worden, ten gunste van het batig-slot eener reederij-rekening. Er zijn ten onzent echter ondernemingen, die, aan zich zelven overgelaten, niet zouden kunnen bestaan, maar, met het oog op de schatkist denken, even als „de Keizer van Amerika", in den brief van den koloniaal: „de Koning van Holland zal het wel betalen!"
24 Julij 1867.
De Tijd, 25-07-1867


Rotterdam, 26 October
PRINS HENDRIK, kapt. De Jong, van Cardiff naar Atjeh. Volgens een bij de Salvage Association te Londen ontvangen telegram, dd. 23 Oct., is het schip nagezien, het maakte een ½ duim water per uur, kon geen ontzetting bespeuren en was er niets te zien om te beletten de reis voort te zetten. De kapitein verklaarde het schip in zee veel meer water maakte dan gewoonlijk, bij het vertrek volkomen dicht was, maar zoodra het 18 Eng. voeten diepgang krijgt, water begint te maken; dat hij en de equipage weigerden de reis voort te zetten in den staat zoo als het schip zich nu bevondt.
Rotterdamsch Nieuwsblad, 27-10-1883

Londen, 1 Febr.
Het Ned. schip Prins Hendrik, kapt. L. Klingeberg, van New York n. Antwerpen, is lek en met schade aan verschansingen uit zee teruggekomen.
De standaard, 02-02-1886