Het schip

Hoop en Liefde (1846) Jonge Lemke (1852) Onderneming (1853)

 

Meer informatie over dit schip

Men meldt uit Delfzijl, dd. 4 November: Het Nederlandsch smakschip de Onderneming, kapt. F.O. Heida, met tarwe beladen, van Koningsbergen naar Amsterdam, is gepasseerden nacht met een storm, in het Doekegat aan de grond geraakt, en zeer waarschijnlijk geheel weg. De ekwipaadje waarover men lang in het onzekere was, of zij wel behouden kon zijn, omdat een scheepskist met kleeren, gemerkt H.G. Freeze van Sappemeer, vermoedelijk van dat schip afkomstig, werd opgevischt en alhier aangebragt door kapt, G.H. Drewes voerende het Nederlandsch schip de twee Gezusters, is hier hedenavond behouden aangekomen. Een aantal schepen moet zich met dien storm voor den Eems hebben bevonden, doch bij gebrek aan loodsen en door onbekendheid met de zeegaten, was men wel verpligt zoo mogelijk zee te houden. Het is derhalve in het belang, zoowel van assurantiën als van koophandel en zeevaart, dat hoe eerder des te beter een vast loodswezen op de Eems wordt in werking gebragt, waartoe reeds meermalen en nog kortelings het plan bestond, dat echter tot heden niet is verwezenlijkt. Nieuwe Rotterdamsche Courant, 07-11-1854 Amsterdam 9 Nov. Het schip de Onderneming, kapt. Heida van Koningsbergen herwaarts gedestineerd in het Doekegat gestrand (zie ons nommer van 8 dezer), is genoegzaam wrak; 13 lasten tarwe en de inventaris zijn geborgen. Nieuwe Rotterdamsche Courant, 10-11-1854