Home
Home

Zoek een persoon
Personen

Zoek een schip
Schepen

Overzichten

Contact

Bronnen

Maten

Retour
Het schip
Koning Willem II (1840)
West Friesland (1853)
Twenthe (1860)
Phenix (1865)
 
Meer informatie over dit schip
Het stoomschip Koning Willem II, Kapt. Thormann, van Bremen n. Amsterdam. bestemd, is, volgens brief van Delfzijl, dd. 6 Sept., en volgens rapport van den aldaar aangekomen loods E. van Dyk, in de Lauwerzee gestrand, hetzelve had het roer gebroken en alle ankers verloren; men had adsistentie afgezonden om het schip weder af te brengen.
Algemeen Handelsblad, 09-09-1843

Amsterdam, 10 April.
De stoomboot Koning Willem II, kapt. Thormann, van hier n. Bremen, is in den afgeloopen nacht door onachtzaamheid van den Amsterdamschen geëxamineerden loods, bij Schellingwoude aan den grond vastgeraakt, doch zoude vermoedelijk heden middag met hoog water, zonder lossen, weder in vlot water komen.
Algemeen Handelsblad, 11-04-1844



Amsterdam, 22 Mei.
Volgens brief van kapt. H.R. Veldhuis, voerende het Nederl. schip Phenix, van Newcastle naar St. Petersburg, was hij op 8 dezer, wegens menigvuldig drijfijs, te Baltishport binnengeloopen, na in de Oostzee veel ruw weder, mist en oostelijke winden gehad te hebben. Er lagen te Baltishport 40 schepen en 2 stoombooten; het weder bleef nog vriezende, zoodat het ijs weinig afnam.
Algemeen Handelsblad, 23-05-1867

Amsterdam, 6 Jan.
Volgens brief van kapt. H. R. Veldhuis, voerende het schip Phenix, van St. Petersburg naar Londen, was hij den 1sten Jan. nog te Elseneur liggende, en zou aldaar overwinteren, zijnde reeds eene week te voren, na de geledene schade hersteld te zijn en de lading weder te hebben ingenomen, door stormweder verhinderd de reis voort te zetten. De reparatiekosten hadden ongeveer £760 bedragen, waarvoor de kapitein bodemarij genomen had.
Algemeen Handelsblad, 07-01-1868

Amsterdam, 21 Jan.
Volgens telegram uit Elseneur van gisteren, was een stoomschip ter adsistentie gezonden naar het Nederl. schip Phenix, kapt. Veldhuis, hetwelk onder de Zweedsche kust in het ijs is vastgeraakt.
Algemeen Handelsblad, 22-01-1868

HH. Assuradeuren, belang hebbende bij het casco van het Nederl. schip Phenix, kapt. Veldhuis, van St. Petersburg naar Londen, te Elseneur binnengebragt, gelieven zich aan te melden bij den Secretaris der Vereenig. van Assuradeuren.
Opregte Haarlemsche Courant, 24-01-1868

Elseneur 31 Oct.
Het schip Phenix, kapt. Veldhuis, van Windau naar Amsterdam bestemd, beladen met Hout, is heden alhier in de haven gekomen, heeft gedurende de reis een gedeelte der deklast verloren
Nieuwe Rotterdamsche Courant, 03-11-1869

Amsterdam, 30 Aug.
Het Nederl. schip Phenix, kapt. Veldhuis, van Windau alhier aangekomen, heeft 25 en 26 dezer zware stormen doorgestaan, en daarin omstreeks twee derden van den deklast verloren.
Algemeen Handelsblad, 31-08-1871

DE Sont GEPASSEERD.
Veldhuis Phenix, van Amsterdam naar Windau, ligt wegens averij aan de kluis ter reede.
Nieuwe Veendammer Courant, 30-09-1871

Amsterdam, 1 Oct.
Het Nederl. schip Phenix, kapt. Veldhuis, van Windau herwaarts, is 29 Sept. met verlies van deklast en zeilen te Slitehamn (Gothland) binnengeloopen.
Dagblad van Zuidholland en 's Gravenhage 02-10-1872

Christiansand, 9 Oct.
Kapitein Schultz, voerende het schip Heinrich & George, van Petchora naar Rostock, in zinkenden staat te Titteren binnengekomen; rapporteert, dat bij zijn vertrek van de Petchora eene holl, ijzeren bark, gevoerd door kapt. Oosting, aan den grond zat en waarschijnlijk geabandonneerd zou moeten worden. (Vermoedelijk de Phenix kapt. R. Oosting.)
Opregte Haarlemsche Courant, 23-10-1875

Amsterdam, 14 Dec.
Het Ned. schip Phenix, kapt. R. Oosting, 6 Sept. van Petchora naar Kronstadt vertrokken, is volgens heden ontvangen brief Petchora, dd. 14 Sept. ll., dien dag lek en met defecte pompen aldaar teruggekeerd, na enige malen te hebben gestooten en een hevigen storm te hebben doorgestaan; zal geabandonneerd moeten worden.
De Standaard, 15-12-1875

Volgens telegram van den Nederl. consul te Archangelsk d.d. 19 dezer, was aldaar een brief ontvangen van kapitein R. Oosting, gezagvoerder van het nederl. schip Phenix, dat hij zich den 5den dezer met zijn equipage te Ost-Tsilma bevond. Door genoemden consul was hem geldelijke hulp verstrekt.
De Tijd, 22-12-1875