Home
Home

Zoek een persoon
Personen

Zoek een schip
Schepen

Overzichten

Contact

Bronnen

Maten

Retour
Het schip
Frouwina (1856)
 
Meer informatie over dit schip
Groningen, 22 Julij.
Gisteren arriveerde alhier
het nieuwgebouwde schoonerschip Frouwina, groot 180 ton, kapit. J. G. Bakker, van Veendam, ... gebouwd op de werf van J. A. Hooites, te Hoogezand.
Groninger Courant, 25-07-1856

Falmouth 12 Mei.
Het alhier van Rio de Janeiro gearriveerde Nederl. schip Frouwina, kapt. Bakker, heeft stengen, raas en zeilen verloren.
Nieuwe Rotterdamsche Courant, 15-05-1859

Amsterdam, 22 Julij.
In den laatsten tijd hebben wij herhaaldelijk melding gemaakt van eene averijzaak van het Nederlandsche schip Frouwina, kapt. J. G. Bakker, van Rio de Janeiro met eene lading koffij naar Le Havre bestemd, en de vermoedens van schelmerij, die er omtrent dit ongeluk bestonden. Wij kunnen thans het volgende extract uit de verklaring van den gevolmagtigde van Lloyds mede. deelen:
De Ned. schoener Frouwina (van Veendam), kapt. Bakker, tevens reeder, vertr.4 Junij van Falmouth (waar hij v. Rio de Janeiro om orders gearriveerd was) naar Le Havre. Vóór het vertrek van Falmouth had kapt. Bakker aan zijn makelaar te Londen last gegeven, om eene som van £ 1500 op zijn schip te verzekeren in geval van totaal verlies, op de reis van Falmouth naar Havre, welke assurantie bij Lloyds gesloten werd. Deze zelfde maatschappij had reeds £ 9300 op de lading en £ 465 op een bodemerijbrief van de Frouwina verzekerd en liep dus eene risico van £ 11,265. Behalve deze assurantie, waren er nog eenige gedeeltelijke verzekeringen op behouden varen te Le Havre en in Holland gesloten. Tot den 14den Junij, zijnde een tijdsverloop van 10 dagen, bleef men zonder berigt van het schip, doch op dien dag ontving de makelaar te Londen van den kapitein een brief, waarin hij hem schreef, dat hg te 3 uur in den morgen van den 10den bevonden had, dat er vijf voeten water in het ruim van de Frouwina lag, dat hij onmiddellijk de pompen aan het werk had gesteld, doch dat het schip, niettegenstaande men al het mogelijke had gedaan, te 9 uur op 5 mijlen afstands van de reede van Devis gezonken was. Kapitein Bakker besloot zijn brief met te zeggen, dat het schip totaal verloren was, verzocht zijn makelaar, om de assurantie te ontvangen en hem dat geld over te maken. Bij Lloyds had men echter eenig vermoeden, en bovendien veronderstellende dat het schip welligt te behouden was, zond de maatschappij iemand naar de plaats van het ongeluk, om daar een en ander te onderzoeken.
Deze afgevaardigde (zekere M. Barter) arriveerde 16 Junij te Le Havre, en zijn eerste werk was, een naauwkeurig onderzoek bij den kapitein en zijne equipage in te stellen nopens het ongeluk, doch hij kon van dezen niet de minste opheldering bekomen. Bij den timmerman vond hij echter twee boren, welke deze zeide van den kapitein bekomen te hebben toen zij het schip verlieten.
Dit was een feit, dat bij den heer Barter argwaan verwekte en zjjn vermoeden, dat het schip wel eens door schelmerij kon verloren zij gegaan, voedsel gaf. Hij trad onmiddellijk met verscheidene lieden in onderhandeling, ten einde eene overeenkomst te sluiten, om de Frouwina vlot te brengen, doch vruchteloos; allen geloofden dat dit onmogelijk was. Hierop besloot hij zelf het werk te ondernemen en voorzag zich tot dat einde van duikers uit Engeland, en met deze en de hulp van een bouwmeester uit Honfleur, slaagde hij er in, het schip boven water en te Le Havre binnen te brengen. De vermoedens omtrent het slechte gedrag van den kapitein hebben zich maar al te zeer bevestigd, want men bevond, toen het schip op droog kwam, dat er van uit de kajuit niet minder dan 8 gaten van circa een duim diameter door het schip geboord waren; bovendien was aan de laadpoort geweld gepleegd en deze bijkans 2 duim naar buiten gedrongen, hetgeen een en ander noodwendig het verlies van het schip ten gevolge moest hebben.
De reeder kapitein is naar Holland gevlugt, doch de assuradeuren hebben besloten om hem met al de hun ten dienste staande middelen te vervolgen en de misdaad te straffen.
Nieuw Amsterdamsch handels- en effectenblad, 23-07-1859