Home
Home

Zoek een persoon
Personen

Zoek een schip
Schepen

Overzichten

Contact

Bronnen

Maten

Retour
Het schip
Zorgvuldigheid, de (0)
 
Meer informatie over dit schip
Kapt. J. Hulsen, voerende bet schip Zorgvuldigheid, te Suriname gerrnveerd, meld van daar in dato 21 December, dat hij op zijn reis veel zware stormen heeft doorgestaan en in een van dezelve stengen, raas, zeilen en een man van zijne equipagie verloren en zware schade aan de fokkemast bekomen had.
Opregte Haarlemsche Courant, 11-03-1817

VERKOOPING VAN SCHEPEN.
In de Nieuwe Stads-Herberg, aan hei IJ, Maandag 24 September 1832.
Een Fregatschip, genaamd de Zorgvuldigheid, gevoerd geweest door Kapt. E. D. Dekker. ƒ 9630. In slag &fnof 16. J. Hulsen.
Algemeen Handelsblad, 27-09-1832

Binnengekomen:
Mogador, 26 Mei; J. J. Brouwer, de Zorgvuldigheid, Amsterdam en Madeira, n. Suriname, met schade, hebbende op eene rots gestoten.
Algemeen Handelsblad, 27-06-1836

Paramaribo den 12 april.
Eenige minuten na middernacht, tusschen den 11 en 12 dezer maand, werd aam boord van het Nederlandsch koopvaardijschip Willem den Eersten, kapt. Jens Johannissen, ondekt dat er brand onder in dien bodem was; er werd om hulp van boord der naast omliggende schepen geroepen; de kapt. J. Hulsen zond dadelijk manschappen, en bij de opening der luiken; sloeg de vlam uit; de rook was zoo zwaar dat men, in den buitendien donkeren nacht, niets verrigten kon, bespeurende dat de felle brand niet meer te blusschen was, riep kapt. Jens Johannissen zijne schepelingen toe, van zich zelven en hetgeen zij nog mogten kunnen uithalen te redden, en ging toen ook zelf nog eens in de kajuit, waarschijnlijk om zijne papieren en andere stukken van aangelegenheid te trachten met zich te nemen; hij werd gevolgd van een der schepelingen, die echter door den opstijgenden damp genoodzaakt was dadelijk te rug te keeren, terwijl de kapt., alhoewel dringend terug geroepen, nog eenige korte oogenblikken langer beneden blijvende, zulks het droevig gevolg gehad, dat de brand een aan boord zich bevonden hebbend vaatje buskruid genakende, de losbarsting hiervan het schip in lichte laaije vlam zette, en tevens het leven van den kapt. moet hebben verkort, vermits sedert dat oogenblik hij niet weder te voorschijn is gekomen. Deze brand was zoo fel, dat de naast aan in de laag liggende schepen, wilden zij behouden blijven, geen tijd hadden om de ankers te ligten, maar genoodzaakt waren de touwen achter en voor te kappen.
Die had dan ook een gunstig gevolg voor de schepen de Zorgvuldigheid, kapt. J. Hulsen; de Henriette, kapt. J. E. Schneebeeke en de Henriette, kapt. J. C. Willemse, wiens boegspriet en kluiverpen reeds aan het branden was; andere schepen zoo als de Maria, kapt. E. D. Dekker; de Jonge Willem, kapt. G. van Meedevoort; de vier Gezusters, kapt. Jan van Dijl, vloden van het gevaar door uit de laag en op stroom te verhalen; het schip Maria Agnita, kapt. P. Rynbende, in de binnenlaag liggende en zich los gemaakt hebbende, geraakte, door het laatste van den vloed, vast op den wal; het schip Betsy, kapt. M. Mac Dougal, van Rotterdam, in de laag voor de Willem den Eersten, voor twee kettingen achter en voor vastliggende, liet de achter-ketting slippen, maar voor hij zulks met de voor-ketting konde doen, had de brand van de Willem den Eersten, (wiens achter-touw afgebrand zijnde en deze bodem dus mee het laatste van- den vloed op deszelfs voor-touw rondzwaaijende, met de achtersteven naar den wal, tegen de Betsy langszij aankomende, ook dezen aangetast en overmeesterd, zoodanig dat de afbranding van dezen bodem niet kon gestuit worden. De Willem den Eersten brandde weldra af en zonk, de eb zette zich nu ten half drie uren in.
Om voor te komen dat de brand van de Betsy tot de huizen overvloog, en dat, wanneer deszelfs braspil verbrand en dus de bodem zelf van de voor-ketting los rakende met de eb naar de beneden in de laag liggende schepen zoude afdrijven, ook aan dezen geen letsel toebragt, werden twee trossen om het roer en aan den wal vastgemaakt, tevens gaten in het schip geboord, de midden en bezaan masten gekapt en omver gehaald, en de brandspuit in een groote pont ingescheept en daarop spelende gehouden, tot vijf uren des morgens , toen een zware regenbui een einde maakte aan den rampvollen brand en eene minder slegte uitkomst gaf, dan waarvoor men bedugt was.
Middelburgsche Courant, 09-06-1825

G.J.ROLAND HOLST, H. J. RIETVELD en G. W. SESINCK CLEE, Makelaars, zullen op Maandag den 24sten SEPTEMBER 1832, des avonds ten zes ure, te Amsterdam, in de Nieuwe Stads-Herberg, aan het IJ, verkoopen:
Een Extra Ordinair Wolbezeild Tweedeks FREGATSCHIP, genaamd Zorgvuldigheid, laatst gevoerd door Kapitein E. D. Dekker, volgens Nederlandschen Meetbrief lang 26 Ellen 56 Duimen, wijd 4 Ellen 68 Duimen, hol4 Ellen 49 Duimen. Breeder bij den Inventaris en berigt bij de bovengemelde Makelaars.
Algemeen Handelsblad, 10-09-1832

Paramaribo, den 21 Julij 1835.
Op VRIJDAG e. k. aan Boord van liet Nederlandsche Schip Zorgvuldigheid, gevoerd door Schipper J. J. BROUWER, ter reede dezer Stad BEROOKINGEN zullende plaats hebben, zoo heeft de ondergeteekende, ten einde alle vrees en bezorgdheid welke uit dit verschijnsel soms bij de Ingezetenen mogten ontstaan voor te komen, als daartoe gelast, de Eer aulks door deze te adverteren.
De Havenmeester, R. H. ESSER.
Surinaamsche Courant, 22-07-1835

Het schip de Zorgvuldigheid, kapt. J. J. Brouwer, van Amsterdam naar Madeira, Mogador en Suriname, te Madeira aangekomen is, volgens raport, den 5den Mei bij deszelfs vertrek van daar met een scherp kanonschot (op een van sluikhandel verdacht en in dezelfde richting zeilende visschers vaartuig afgeschoten) in de groote mast geraakt, zoo dat deze met de geheele vleet over boord sloeg, en slechts 5 manschappen der equipagie daarbij onverzeerd bleven, waarnaar hetzelve te Madeira terug gekomen is, doch na volbragte reparatie, den 21sten dito op nieuw de reis naar Mogador heeft aangenomen, aanvragen aan de portugeesche regering om schadevergoeding, zijn met de noodige bewijzen dadelijk aan het nederlandsch consulaat-generaal te Lissabon opgezonden.
Opregte Haarlemsche Courant, 14-06-1836

Aangekomen:
Mogador, 26 Mei; J. J. Brouwer, de Zorgvuldigheid, Amsterdam en Madeira, n. Suriname, met schade, hebbende op eene rots gestoten.
Algemeen Handelsblad, 27-06-1836

Mogador, 27 Junij.
De Zorgvuldigheid, Kapt. Brouwer, van Amsterdam en Madeira naar Suriname, den 26sten Mei alhier met schade aan het roer gearriveerd , hebbende den 11den op de rotsen gesloten, is, gereed zijnde om te vertrekken, van deszelfs anker geslagen, en de Kapitein genoodzaakt het schip den 14den dezer op strand te zetten; hetzelve is (na een goed gedeelte der lading gelost te hebben) totaal wrak geworden. — Het schip is, met het aan boord zijnde, voor 700 dollars verkocht.
Algemeen Handelsblad 02-08-1836