Home
Home

Zoek een persoon
Personen

Zoek een schip
Schepen

Overzichten

Contact

Bronnen

Maten

Retour
Het schip
Johannes Christiaan (1858)
Sindbad (1865)
Professor Simon Thomas (1873)
 
Meer informatie over dit schip
Batavia, 22 Aug.
Het schip Johannes Christiaan, kapt. van Heemstede Obelt, van Amsterdam alhier aangekomen, heeft eenige schade aan tuigage bekomen en zal vermoedelijk moeten dokken.
Nieuwe Rotterdamsche Courant, 19-10-1859

Rotterdam, 11 Jan.
Door kapt. G. van Heemstede Obelt, voerende het alhier te huis behoorend barkschip Johannes Christiaan, bestemd van Londen naar Batavia, is de volgende brief, gedagteekend Sheerness, 7 Jan., aan den uitgever van de Shipping and Mercantile Gazette gerigt: Den 5den dezer, des nachts ten 2 ure 30 min., in Duins voor twee ankers liggende, veranderde het tij. De wind toen bijna tot Z. W. storm aangewakkerd zijnde, was het ons niet mogelijk ons schip voor het tij op te, zwaaijen, en kort daarna waarschuwde de wacht, dat een schip zeer digt bij ons was. Ik riep alle manschappen op dek, en trachtte door manoeuvreren met de ra's en het roer eene botsing te voorkomen. In weerwil hiervan kwam de bedoelde bodem, die bleek te zijn de Lady of the Lake, van Londen naar Natal (Br) bestemd, slechts één anker uitgebragt hebbende, met de Johannes Christiaan in aanvaring. Ik was op dek alvorens dit gebeurde, en had een sloeperman van Deal aan boord, die als loods voor de reede fungeerde. Wij deden wat wij konden, en riepen den Engelschman toe, dat hij het voorstenge-stagzeil zou hijschen, liggende de kop van mijn schip naar het N. O. en die van de Lady of the Lake naar het N. W., terwijl de wind Z. W- was. Het scheen echter, dat men niet naar ons hoorde, want wij zagen geene beweging hoegenaamd op het andere dek. Kort daarop had de aanvaring plaats, die beide bodems zware schade berokkende, de Johannes Christiaan raakte met boegsproet en kluiverboom tusschen het voortuig van het andere schip in, welks verschansingen en zijde door onzen achtersteven vreeselijk werden gehavend. De kapitein van de Lady of the Lake kwam nu op het dek, en op zijn commando werden de voorstenge-stagzeilen bijgezet, hetwelk mijns inziens thans de zaak nog erger maakte, daar de Engelsehe bodem nu gedeeltelijk ging rondzwaaijen en wij nog meer in zijn tuig verward geraakten. Ik verzocht daarop den kapitein dringend, eenige achterzeilen bij te zetten en zijn ketting te laten slippen, hetwelk niet gedaan werd, dan nadat de beide schepen nog meer beschadig[d] waren en er groote vrees bestond, dat de Lady of the Lake zou zinken. (De Johannes Christiaan is 8 dezer te Sheerness aangekomen - om te repareren).
Algemeen Handelsblad, 12-01-1863